Grenzen aan de groei van de Eemshaven
Grenzen aan de groei van de Eemshaven
Ab Reitsma woont ruim 45 jaar net buiten Spijk met de Eemshaven in zijn ‘achtertuin’. De afgelopen jaren is er veel veranderd. Alle veranderingen zijn niet altijd verbeteringen voor de burger. De lasten en lusten zijn volgens hem niet in balans.
De Eemshaven krijgt er een nieuw datacenter bij. Dat wordt nummer vier. Net als Google gaat internetbedrijf QTS ook een tweede datacenter bouwen. Het eerste Google Eemshaven-datacenter vraagt evenveel elektriciteit als een half miljoen huishoudens. Deze stroomslurper benut ook stroom van onder meer windmolens in de nabijheid, maar de wind- en zonneparken in de buurt hebben veel te weinig capaciteit om in de totale elektriciteitsbehoefte te voorzien (RTV Noord, december 2020). En … er komen nog meer bij. Bij de uitbreiding van de Eemshaven met 600 hectare in de Oostpolder, is nog ruimte voor minimaal 2 hyperscale datacenters, aldus de provincie Groningen. In de Nationale Omgevingsvisie van de regering zijn de gemeenten Hollands Kroon en Het Hogeland aangewezen als voorkeursgebieden voor de vestiging van hyperscale datacenters. ‘Ze liggen aan de rand van het land, en er is voldoende ruimte en voldoende groene stroom’. De gemeente Hollands Kroon heeft zich recent tegen meer datacenters uitgesproken. De gemeente Het Hogeland, bij monde van wethouder Eltjo Dijkhuis, laat ook van zich horen: ‘Er ontstaat nu een sfeer van: in de Eemshaven kan heel Nederland straks terecht met zijn datacenters. Dat beeld willen wij doorbreken.’ (RTV Noord, 13-07-2022).
De problematiek rondom windmolens, zonneparken, datacenters, grootschalige industrie e.d. baren mij zorgen voor huidige en toekomstige generaties. Daarom doe ik hierbij een aantal suggesties waar de burger mijns inziens baat bij heeft:
- Gebruik opgewekte groene energie, zowel op land als op zee, niet grotendeels voor energie-intensieve bedrijven. Ook én vooral burgers moeten hiervan meeprofiteren.
- Stimuleer ‘Zon-op-dak’, voor grote en kleine(re) daken én subsidieer de lokale opslag hiervan.
- Wek stroom op zee op en verwerk dat bij de bron tot waterstof die via de bestaande NAM-gaspijpleidingen aan land wordt gebracht. Gebruik de waterstof niet alleen voor industriële toepassingen, maar lever het ook aan huishoudens als alternatief voor het stoken op gas en het rijden op benzine. Een groot voordeel is dat er minder stroom over afstand afgevoerd hoeft te worden, waardoor het landelijke stroomnet minder verzwaard hoeft te worden. Ook voorkomt dit dat er nog meer nieuwe hoogspanningslijnen in het landschap verrijzen.
- Overweeg in het kader van een mix van energie de bouw van nieuwe (kleinere) generatie-IV kerncentrales. Sluit kolencentrales op termijn. Plaats geen nieuwe windmolens en zonneparken in de bebouwde omgeving, maar ga ook zorgvuldig om met karakteristieke landschappen. Vervang niet automatisch de huidige windmolen- en zonneparken waarvan de economische levensduur is verstreken, door nieuwe. Beoordeel kritisch of ze nog nodig zijn, gezien de dan aanwezige mix van energie.
Uiteraard kleven er ook bezwaren aan kernenergie. Maar wat te denken van de uitstoot van de kolencentrales die nu weer voor 100% mogen draaien, de effecten van windmolenparken, zonneparken, hoogspanningslijnen en daarmee samenhangende lawaai- en lichtoverlast.
En … je hoort er tegenwoordig niemand meer over, maar het aanlanden van LNG, bijvoorbeeld in de Eemshaven, dat brengt toch ook risico’s met zich mee?
Dr. Ab Reitsma adviseert onder meer Dorpsbelangen Spijk op het terrein van energietransitie en uitbreiding van de Eemshaven. Ook schrijft hij mee aan het Volt Ruimtelijke Ordening beleidsprogramma voor de Groningse Provinciale Statenverkiezingen van 2023.
Ab Reitsma
Zicht vanaf de Lage Trijnweg in Spijk op de Eemshaven: windmolens, hoogspanningslijnen, kolencentrale, datacenters, gascentrales.
foto: Ab Reitsma
noot:
Dit stuk is in licht bewerkte vorm op 7 aug. jl. opgenomen in de online versie van het Dagblad van het Noorden (DvhN) onder de titel ‘De Eemshaven krijgt er een nieuw datacenter bij, maar de lasten en lusten zijn niet in balans’