einde aan WW en Bijstand
Vorige week was ik bij onze Oosterburen. In een gespecialiseerd bedrijf liet ik mij informeren en adviseren. Tot mijn verrassing werd ik in vloeiend Nederlands te woord gestaan. De kennis van de verkoper over het betreffende product was uitmuntend. Toen ik even later in een tabakzaak een pakje shag kocht, sprak de verkoopster mij wederom in het Nederlands aan.
Beide voorvallen verklaren misschien ten dele waarom de economie in Nedersaksen zo goed draait.
In onze provincie zijn verschillende programma’s om werkzoekenden hier, in Duitsland aan het werk te helpen. Dit wil niet erg van de grond komen, omdat in veel gevallen het opleidingsniveau niet aansluit bij de Duitse vraag. Opvallend is, dat ondanks alle inspanning, er in onze provincie meer Duitsers werken dan Groningers in Duitsland.
Groningen heeft een beroepsbevolking van ± 389.000 personen. Ongeveer 100.000 hiervan zitten in de WW of in de Bijstand. Daarnaast werken van de overigen, heel veel mensen bij de Sociale Werkvoorziening. In Oost-Groningen 3.5 x zoveel dan het landelijk gemiddelde.
Zowel in Groningen als in Nedersaksen is grote behoefte aan goed geschoold technisch personeel. Het gaat hier om mensen met een afgeronde mbo of hbo opleiding.
Ik ben ervan overtuigd dat een uitzichtloos bestaan in de WW of in de Bijstand in de toekomst kan worden voorkomen, wanneer meer jongeren worden gestimuleerd en gemotiveerd een opleiding te volgen die uitzicht biedt op een perspectiefvolle baan.
Piet-Jan,
Even een reactie op de onderste 4 regels van jou Column, waar haalt men personen vandaan die gemotiveerd jongeren kunnen stimuleren en opleiden om hun een perspectief te bieden in een passende werkkring.
Er zijn vele instanties voor nodig om dit ten uitvoer te brengen, de praktijk is helaas toch anders.
Ik heb er momenteel 49 jaren werk op zitten en velen van mijn leeftijd zouden ook graag jou overtuiging op een uitzichtloos bestaan voor de jeugd willen veranderen.
Zolang de aangewezen instanties hierin geen concrete stappen ondernemen zal het nog wel een tijdje duren eer wij overtuigd zijn.
T.Vegter