Op zoek naar het paradijs
Als kind droomde ik al van reizen naar het buitenland. Ver weg naar het onbekende paradijs, ver weg van het zo simpele Nederland en op zoek naar geluk. Een droom die waarschijnlijk velen met mij delen maar is het paradijs wel ver weg te vinden?
Tijdens mijn jaren in Spanje en Noorwegen probeerde ik toch minimaal één keer per jaar naar Nederland te komen om mijn vrienden en familie te zien. Een bijna onmogelijke taak want in die paar weken dat je in Nederland bent, heb je het nog drukker dan een boer met vijfhonderd koeien. Biertje drinken met die, nieuw behang keuren bij deze, babyknuffelen bij hun, relatieproblemen aanhoren bij haar, stoere verhalen aanhoren bij hem en vooral liters smerige Senseo koffie wegzuipen onder het genot van veel oninteressante gesprekken bij deze en gene. Dat laatste is niet lullig bedoeld maar als je zelf net acht maanden feest in een zonovergoten vakantieparadijs met heel veel avontuur, veel media aandacht met grote sterren en extreem wilde nachten achter de rug hebt, zijn diepgaande monologen over de poepluiers van de kleine of de kunstjes van de hond of kat toch op zijn minst erg slaapverwekkend te noemen. Ik leefde in mijn wereld vol avontuur en die had geen enkele overeenkomsten met de wereld van mijn vrienden, die hier in Nederland gewoon door gingen met hun dagelijkse leven. Om deze langdradige koffievisites te vermijden, besloot ik de laatste jaren de meesten van mijn vrienden en kennissen gewoon te laten weten dat ze mij maar het beste op een bepaalde zaterdag in de kroeg op moesten zoeken. De sfeer is daar niet alleen minder krampachtig dan in een stille woonkamer met RTL 4 op de achtergrond maar na een paar biertjes of borrels in een leuk café wordt het zelfs met de saaiste dodo’s al snel gezellig. Bovendien kun je in een kroeg makkelijker bij een saai gesprek weglopen dan in een woonkamer. Natuurlijk was ik meestal op de dag van aankomst in Nederland al in de kroeg te vinden want na zoveel jaren horeca in Delfzijl en Appingedam, heb je met een aantal collega’s toch een speciale band. Wat mij dan als eerste opviel was dat er na een jaar afwezigheid helemaal niks veranderd was. Dezelfde mensen zaten nog steeds op dezelfde barkrukken, met dezelfde flauwe grappen en dezelfde klaagzang. Zo af en toe kwam er een hoofd omhoog met de vraag: ‘Hoe was het in Spanje?’ Dit gaf me meestal kort de tijd om een heel klein stukje van mijn avonturen te vertellen maar meestal viel de aandacht na drie minuten weg en ging het gewoon weer over F.C. Groningen of het weerbericht van Helga van Leur. Natuurlijk begreep ik destijds van dit gedrag helemaal niks want hoe konden mijn avonturen nu minder interessant zijn dan dat geneuzel over het weer. Ik hoefde mijn verhalen niet eens aan te dikken want ze waren zo spannend en bizar dat ik er wel een boek over kon schrijven maar mensen zijn gewoontedieren en houden van herkenbaarheid. Logisch dat een bar vol Delfzijlsters mij na drie minuten gereutel over jeepsafari’s in het Spaanse binnenland, poolparty’s met blote tieten en champagne en ontmoetingen met bekende sterren, niet meer konden volgen, hoewel de blote tieten mij vaak wel een paar extra seconden gaven. Er zat voor hun totaal geen herkenbaarheid in en dat verklaart ook gelijk weer het succes van al die met ellende gevulde tv programma’s over moeilijke huisdieren, lastige kinderen, te dikke mensen en burenruzies…. het is herkenbaar. Maar hoe bizar en avontuurlijk mijn leven de laatste tien jaar ook was, deze regel van herkenbaarheid geld niet alleen voor de thuisblijvers maar ook voor avonturiers zoals ik. Hoe wild de zomer in Spanje ook was, hoeveel meters sneeuw er ook in één nacht in Noorwegen vielen en hoe mooi het noorderlicht ook was, het is pas een echt avontuur als je het met iemand kan delen die begrijpt waar je het over hebt. Ook Facebook is hier een mooi voorbeeld van want een prachtige vakantiefoto in een verweg paradijs krijgt meestal veel minder ‘likes’ dan een foto van een paar lelijke zweetvoeten op een ligstoel in eigen zonnige achtertuin met op de achtergrond een dikke bierbuik bij een barbecue. Zelfs foto’s van angstaanjagend lelijke baby’s winnen het nog met vlag en wimpel van een foto met een bekende Nederlander. Het heeft me wat moeite gekost om weer m’n draai in Nederland te vinden want hier staan geen strippers op de bar, liggen er na een nacht stappen geen tientallen jongeren op de stoep te slapen, lopen er geen elanden over de weg of hoef je niet met allemaal toeristen op de foto omdat ze zo’n geweldige tijd met je hebben gehad. Hier is het weer gewoon ‘moi… houw ist’ en dan praten we even over het weer, Groningers in opstand en de aanbiedingen bij de Lidl. Daarna gaan we gewoon weer naar huis, eten witlof met aardappelen en een gehaktbal en kijken we naar die mafkezen, die zich door John de Mol een jaar hebben laten opsluiten om bekend te worden. We moeten er tenslotte over mee kunnen praten want we zijn gewoontedieren. Bij het opstaan kijken we eerst wat voor weer het is, passen daar ons humeur op aan en delen dat dan met al onze Facebook vrienden. Lekkere hapjes en borreltjes delen we ook graag met onze online vrienden…. net als onze problemen en frustraties. We vertellen over onze dagelijkse beslommeringen, kleine uitspattingen en mooie momenten… maar allemaal herkenbaar. Verder volgen we iedereen op de voet, hebben onze uitgesproken mening over buitenlanders, hollen achter de nieuwste trends aan en mopperen we geregeld want dat kunnen we heel goed. Ik zag laatst nog de prachtige documentaire “Alleman” van filmmaker Bert Haanstra. In deze zwart-wit film uit 1963 geeft Haanstra een mooi en natuurgetrouw beeld van de Nederlander en al zijn gewoontes uit die tijd….. eigenlijk is er niet zo veel veranderd, behalve dat we een groot deel van onze relaties en emoties nu online delen, zodat iedereen mee kan genieten. Net als onze open gordijnen, waardoor we bij een avondwandeling stiekem bij een ander naar binnen kunnen gluren en kunnen zien hoe ze onderuitgezakt op de bank van hun welverdiende televisieavond liggen te genieten.
Ik hoor regelmatig een nummer op de radio voorbij komen, die me zo terug brengt naar het palmstrand van Salou in Spanje, of naar één van die vele andere plekken waar ik de laatste tien jaar ben geweest. Prachtige stranden, woeste landschappen, uitbundige feesten in tropische oorden en sprookjesachtige winterlandschappen… ik ben er geweest en heb het allemaal meegemaakt maar geloof mij: paradijs is geen plek op de wereld waar je naar toe kunt gaan…. het is een moment in je leven waar je echt van geniet en wat je kunt delen met anderen, ook al is dat in je eigen achtertuin