Goultheater
Ik rijd met de achterklep open het terrein op en mijn pas aangeschafte kerstboom in de kofferbak slingert wat heen en weer als ik de motor afzet. Het terrein is nat en lijkt veel op ons erf na een beste regenbui. Ik stap uit en loop naar de schuur. Het is wel duidelijk wat de entree is; vol groene gezelligheid en kerstlampjes boven de deur. Je kunt wel zien dat er hier iemand woont die graag creatief is en van een warm welkom houdt. Ik waag een blik door de kleine stalruitjes. Er wordt gezwaaid ten teken dat er iemand aanwezig is en wat zelfverzekerder open ik de deur. Links van mij zie ik een ruimte die wel wat wegheeft van een woonkeuken. De dame die mij toezwaaide geeft me een hand terwijl er een kleine dreumes aan haar broek hangt, en wijst naar de deur richting de, door mij tot keuken gebombardeerde ruimte. Ik stap naar binnen en wordt omringd door potten en kruiken.
In de hoek zit Jan Knollema, onmiskenbaar met zijn witte haar, en dito gezichtsbeharing, onderuitgezakt, in alle rust, met een glaasje voor zijn neus. Uit niets blijkt dat er vanavond een voorstelling is; geen heen en weer geren van technici, geen soundcheck op de achtergrond en zelfs de vriendelijke vrouw is met haar dreumes in rook opgegaan. We maken een praatje en ik word rondgeleid in het privétheater van Jan. Eerst de garderobe, waarbij met klem wordt benadrukt dat het wordt bewaakt door en met het leven van zijn kleindochter! Alles ademt nog de sfeer van de vroegere bestemming van het theater; de boerenschuur. Er zijn kleedjes gelegd over de betonnen vloer, en een prachtig zwaar velours gordijn markeert de ingang naar de foyer. Hier is het gezellig met mooie stoelen en tafeltjes. Enig comfort in de vorm van warmte komt van de (douche)kachels, waarbij je vroeger voor iedere stand een keertje extra aan het touwtje moest trekken. Met de voorstelling van vanavond in het verschiet, bedenkt Jan dan ook dat ze nog maar even een tandje hoger moeten, wil het lekker warm worden. De theaterzaal is klein en oogt professioneel. De stoel voor de artiest staat al klaar en de lijst met gasten ligt op de bar in de foyer. Aan alles lijkt gedacht. Vrouwlief Anneke, die onze twee B’s ter wereld heeft gebracht, en dus warme herinneringen oproept, komt de foyer binnen en we praten wat over haar werk en het werk op de boerderij. Want natuurlijk komt er wel e.e.a. bij kijken als je man het in zijn hoofd heeft gehaald een privé theater te willen runnen. Ik kan me zo voorstellen dat het voelt alsof je regelmatig 50 verjaardagsgasten mag verwelkomen en bedienen!
Als ik dan ’s avonds weer op het erf aankom, is dezelfde entree met kaarsen verlicht en de gasten druppelen, gezellig keuvelend, naar binnen. De kleindochter neemt professioneel de jassen aan en even verderop schenkt haar moeder koffie of thee. Het oogt als een geoliede machine, iedereen weet wat te doen en mijn gasten kijken hun ogen uit! In de foyer, waar het een feest van herkenning onder de mensen is, ontstaat op een gegeven moment enige hilariteit, gezien de veronderstelde dubbelboeking , die uiteindelijk een reünie van mijn familie blijkt… We worden de zaal in genodigd om te gaan luisteren naar Hans van der Lijke. Het wordt een voorstelling vol poëzie, filosofie en melancholie. Hans zingt over zijn liefde voor het Groninger landschap, zijn Jantina en de mensen die hij in zijn avontuurlijke leven heeft ontmoet. Er blijkt vanavond in Jan zijn vestzaktheater niets meer nodig te zijn dan zijn techniek, een gitaar en een veelzijdige stem om ons een fijne avond te bezorgen. Jan (en co.), bedankt voor je uitnodiging en voor de heerlijke avond, die ik uiteindelijk met meer dan alleen mijn familie, kon beleven!