Bierum
Een dame uit Bierum had A gevraagd of ik ook wel eens een ander stukje wilde schrijven, niet altijd over voetbal. Waarom weet ik niet, misschien hoor ik het nog.
Met Bierum voel ik mij nog altijd verbonden , al denk ik wel dat ik me ondertussen Spijkster mag noemen. Veel mensen denken dat ik een Bierumer ben, toch heb ik er maar zeven jaar gewoond. Wel besloegen deze jaren een belangrijke periode, een periode waarvan je waarschijnlijk de meeste indrukken onthoudt. Van mijn 15e tot mijn 22e jaar ben ik hier geweest. Ik weet nog dat ik op de dag van de verhuizing, met veel tegenzin, laat in de avond na de volleybaltraining richting Bierum reed. Niet wetende dat de twee herdershonden van Piet Hofstee vaak onder de lamp bij de gele achterdeur op eenzame fietsers lagen te wachten. Als je dan onder de indrukwekkende bomensingel van boer de Jager doorwas wist je dat je het weer gehaald had.
Als puber in een vreemd dorp is het eerst even wennen en zoeken. Toch verliep dit heel goed. Ik hoefde alleen maar op de toenmalige “hangplek”, het inmiddels verdwenen rood witte schrikhek bij de gracht, te gaan staan. De nieuwsgierige leeftijdsgenoten kwamen al snel poolshoogte nemen.
Op diezelfde gracht heb ik in mijn herinnering wel tien winters geschaatst, al zal het in die zeven jaar hooguit vier keer hard gevroren hebben. Het was zoals in het dorp van Sonneveld, de heerlijke geuren vanuit de bakkerij van Olinga en de hamer op het aambeeld van Oldenhuis. Klaas, die in de smederij werkte, pakte je dan in je kraag en liet je niet eerder los voor hij alles wist wat je het weekend had uitgevreten. Zo zal het in elk dorp wel geweest zijn, maar ik maakte het mee in Bierum.
Vanwaar dit stukje nostalgie? Ik denk dat het ligt aan de “Bierumer avond”. Elk jaar de afsluiting van de feestweek aldaar. Vroeger begonnen als een barbecue in het “Lang Bos”, de laatste jaren een muziekavond op het pleintje bij de kerk. Ik denk dat ik nog nooit een jaar heb overgeslagen. De laatste jaren krijgt het voor mij steeds meer het karakter van een reünie. Ik hoop er nog vaak te komen.