Cultuurschok
Mijn broer en schoonzuster wonen op de Zuid-Hollandse Eilanden. We zien elkaar niet zo vaak, ze hebben een groot bedrijf, waardoor ze weinig tijd kunnen vrijmaken. Ik geloof dat het december was, maar het zou ook zomaar november geweest kunnen zijn, dat we een afspraak gemaakt hebben voor dit weekend.
Afgelopen vrijdag meldden we ons om zeven uur aan hun huis. We waren al eerder welkom, maar extreem fileleed had ons minstens twee uur teruggeworpen. Na een drankje in de tuin, werden we meegenomen naar een nieuw restaurant aan de jachthaven. Toen ik de menukaart onder ogen kreeg, stokte mijn hart in mijn keel. “Ik hoop dat we gefêteerd worden”, dacht ik. Het goedkoopste voorgerecht was twintig euro, daarvoor wokken we hier ons buikje rond. Zonder verdere schroom hebben we drie verrukkelijke gangen met exquise gerechten gegeten. Daarna zag ik mijn broer wat smoezen met de eigenaresse, ik neem aan dat hij afgerekend heeft.
De volgende dag hebben we een tocht gemaakt over de Zuid-Hollandse Eilanden en door Zeeland. Overal, zelfs in de kleinste dorpjes, zijn terrasjes. De meeste aan het water of aan recreatiehavens. Steevast zijn ze drukbezocht door watersporters en toeristen.
Dat is een groot verschil met hier. Als fietstoeristen een lange tocht over het Hoge Land maken, moeten ze voldoende proviand en drinken meenemen, want plekken om zich te laven zijn er nauwelijks. Dat heeft natuurlijk sterk met onszelf te maken. Wij vinden het thuis wel best met een kratje bier onder handbereik.
Maar als ik in Zierikzee, ’s middags in de zon, op een druk terras, met een koud glas champagne voor mij, de bedrijvigheid in de haven bekijk, vervagen mijn gedachten aan Spijk even.
Daarom haal ik een aloude slogan nog maar eens uit de kast; Uit is goed voor u.